h

Verkiezingsprogramma Grunnen 't ken aans

24 januari 2007

Verkiezingsprogramma Grunnen 't ken aans

Groningen, het kan anders!

Dat wil zeggen:

Socialer
Menselijker
Energieker

Voor Ommeland en Stad



Socialer
Mensen moeten meer mogelijkheden krijgen om in hun eigen dorp of wijk te kunnen blijven wonen. Ook in kleine kernen moet landschappelijk verantwoord bijbouwen mogelijk worden.
De provincie maakt veel meer werk van de jeugdzorg en verklaart de oorlog aan de armoede. Ze ziet er op toe dat alle gemeenten een uiterst sociale uitvoering geven aan de Wet Maatschappelijk Ondersteuning (WMO) en de Wet Werk en Bijstand (WWB).
Het openbaar vervoer wordt uitgebreid en om te beginnen voor ouderen en scholieren gratis.

Menselijker
Weg met de grote anonieme leer- en verpleegfabrieken. De provincie zet zich met alle kracht in voor kleinschalige voorzieningen, dicht bij de mensen. Ook in kleine kernen moeten de zaken aanwezig zijn waardoor ouderen er kunnen blijven wonen. De streekziekenhuizen moeten in stand blijven.
De provincie houdt meer rekening met de wensen en ideeën van de bevolking.

Energieker
Groningen moet dé Nederlandse energieprovincie worden. Daardoor gaan we onze economische positie versterken en de werkloosheid terugdringen, en een grote stap vooruit zetten naar een duurzame samenleving.
De provincie zorgt ervoor dat scholen en bedrijven hun kennis en investeringen bundelen. Bio-energie biedt nieuw perspectief aan de landbouw, windenergie en de ontwikkeling en toepassing van energiebesparende technieken worden gestimuleerd. Kernenergie en opslag van kernafval blijven taboe.
De provincie pakt kansen en problemen voortvarender en dus energieker aan.

1.Ruimtelijke ordening en volkshuisvesting

2. Economie

3. Landbouw

4. Verkeer en vervoer

5. Natuur en milieu

6. Welzijn en zorg

7. Onderwijs en sport

8. Cultuur en media

1. Ruimtelijke ordening en volkshuisvesting

• De overheid moet weer de regie nemen bij de ruimtelijke ordening, grondspeculatie tegengaan en kiezen voor een socialere grondpolitiek: een politiek waar het algemeen belang vóór eigen belang gaat.

• De provincie houdt bij het vrijgeven van woningcontingenten sterk rekening met het renovatie- of sloopbeleid van een gemeente. Grootschalige sloop wordt niet gestimuleerd door extra nieuwbouw toe te staan.

• De provincie moet het ontstaan van ‘verzamelgebouwen’ in de dorpen en wijken stimuleren. Met daarin bijvoorbeeld de bibliotheek, het postkantoor, de basisschool, het consultatiebureau, winkels en mogelijke andere voorzieningen.

• Als nieuwbouw noodzakelijk is, dan wordt er zoveel mogelijk in of bij bestaande wijken gebouwd, zodat het ontstaan van zogenaamde ‘witte schimmel’ in het landschap vermeden wordt. In nieuwbouwprojecten moet duurzaam bouwen voorop staan.

• Wijken moeten een afspiegeling van de bevolking zijn. Daarom moet bij nieuwbouw- en herstructureringsplannen gevarieerd bouwen het uitgangspunt zijn: variatie zowel in woningtypes als in prijsklassen. Van de nieuwbouw moet minimaal dertig procent in de sociale sector gerealiseerd worden.

• Er komen meer betaalbare ouderenwoningen. De provincie gaat de betaalbaarheid van deze seniorenhuisvesting beter controleren. Daar waar nieuwbouw voor senioren plaatsvindt, gebeurt dat op een levensloopbestendige manier en wordt er gedacht aan kleinschalige woonvormen in plaats van de ‘standaard tehuizen’.

• Bij het aanleggen van nieuwbouwwijken wordt een ‘speelruimtenorm’ gehanteerd. Van elke hectare moet minimaal driehonderd vierkante meter gereserveerd worden voor speelgelegenheid.

• Dorpen moeten de mogelijkheid krijgen om in beperkte mate woningen bij te bouwen, vooral om ouderen en jongeren een kans te geven op huisvesting in de eigen kern. De nieuwbouw mag het landelijke karakter van de dorpen niet aantasten.

• Bewoners moeten zo vroeg mogelijk bij de provinciale planvorming worden betrokken, waarbij inspraak ook daadwerkelijk inspraak moet zijn. De uitkomsten van deze inspraak moeten terug te vinden in de uiteindelijke besluitvorming.

• Natuurbeherende organisaties krijgen een grotere rol bij het beheren van terreinen voor openluchtrecreatie, om te voorkomen dat deze gebieden door commerciële exploitatie op slot gaan of verslonzen.

• Meervoudig grondgebruik dienen we te bevorderen en zo nodig dwingend voor te schrijven, bijvoorbeeld voor parkeervoorzieningen. Dat wil zeggen onder de grond parkeren en boven de grond wonen. Bedrijfsterreinen moeten compacter bebouwd worden.

2. Economie

• De provincie moet zich nadrukkelijk blijven inzetten voor versterking van de Groningse economie. Daarbij moeten de mogelijkheden voor Groningen om zich te ontwikkelen tot ‘energieprovincie’ optimaal benut worden. We beschikken over windmolenparken, de gasindustrie en hoogwaardige opleidingsinstituten, en de suikerfabrieken zijn bezig met een omschakeling naar bio-industrie. Vanuit die basis moeten we onze positie versterken, vooral op het vlak van duurzame energie en van praktische toepassingen die werkgelegenheid opleveren.

• In het Eemsmondgebied moet de nadruk komen te liggen op bestaande clusters, zoals Energy Valley. Daarnaast moet veel nadrukkelijker aansluiting worden gezocht bij Noord-Duitsland, de Scandinavische landen en de Baltische staten. De SP vindt dat de ontwikkeling van een Noordelijke Ontwikkelings As (NOA) met kracht ter hand genomen moet worden.

• Het provinciale geld dat nu gereserveerd is voor de Zuiderzeelijn, moet gestoken worden in de regionale infrastructuur en de regionale economie. Daarbij moet het accent komen te liggen op dienstverlening, kleinschalig toerisme en schone industrie.

• Bij het creëren van werkgelegenheid kan ook het MKB fungeren als ‘banenmotor’ voor Groningen. De provincie moet er alles aan doen om de ontwikkeling van het MKB te faciliteren en de toegang tot de Noordelijke Ontwikkelings Maatschappij (NOM) te vergemakkelijken. Door het openen van één loket in samenwerking met de Kamer van Koophandel (KvK) kan hiertoe de eerste zet gedaan worden.

• De provincie moet het voortouw nemen in het maken van afspraken tussen gemeenten om de onderlinge concurrentie bij het lokken van bedrijven te stoppen. Daarnaast moet de provincie verdergaande spreiding van de rijksdiensten in Den Haag bepleiten. Onderzoek heeft aangetoond dat deze spreiding wél een belangrijke impuls is geweest voor de welvaartsstijging in de regio

• De provincie moet uiterst alert zijn op de mogelijkheden die Rijks- en Europese subsidies bieden, en waar nodig het voortouw nemen in het stimuleren en coördineren van de aanvragen.

• Groningen Seaports wordt niet geprivatiseerd

• Zware, vervuilende industrie krijgt geen plek in de provincie.

3. Landbouw

• De uit de hand gelopen intensieve en grootschalige landbouw moet worden afgebouwd. Daarom dient er in het nieuwe Provinciaal OmgevingsPlan (POP) géén ruimte geschapen te worden voor verruiming van de mogelijkheden voor grootschalige landbouw en intensieve veehouderij op het Hoogeland en het Oldambt.

• Kleinschalige en biologische akkerbouw en veeteelt moeten gestimuleerd worden, waarbij diervriendelijkheid en productkwaliteit de vertrekpunten zijn. Met name in de ‘oude’ landschappen van Westerwolde en het Westerkwartier en in de nabijheid van de Ecologische Hoofdstructuur bestaan hiervoor goede mogelijkheden. Op basis van een goed onderbouwde toekomstvisie voor de gehele agrarische sector kunnen behoud van landschap en agrarische activiteiten zo op een positieve wijze samenvloeien.

• De provincie moet de vezelhennepteelt en mogelijk andere alternatieve gewassen, zoals koolzaad of spelt, en de verwerking daarvan in Groningen stimuleren.

• Ook de omschakeling van de suikerindustrie naar de productie van bio-energie verdient ondersteuning door de provincie.

• Het aanleggen van (proef)velden met genetisch gemanipuleerde gewassen wordt niet toegestaan.

• Alle jacht op dieren moet worden verboden, behalve bij groot gevaar voor de volksgezondheid, de oogsten en de dijken en het ontbreken van alternatieven.

Eventuele uitbreiding en herstructurering van het Groninger glastuinbouwareaal moet gerealiseerd worden bij Hoogezand-Sappemeer. Daarbij moeten energiebesparing, innovatie en het scheppen van mogelijkheden voor scholing en onderzoek een belangrijke rol spelen. Er is geen plaats voor grootschalige glastuinbouw bij de Eemshaven.

4. Verkeer en vervoer

• Om betrouwbaar bus- en treinvervoer te krijgen, moet de zeggenschap daarover terug naar de overheid. Het huidige busvoorzieningenniveau is minimaal, sommige gebieden zijn slecht , of zelfs helemaal niet , per openbaar vervoer bereikbaar. Verbetering is dringend noodzakelijk, eventueel door inzet van provinciale middelen.

• De provincie gaat gratis openbaar vervoer aanbieden, om te beginnen voor jongeren tot 12 jaar (onder begeleiding), de schoolgaande jongeren tot 18 jaar zonder OV kaart en voor ouderen boven de 65 jaar.

• Het Kolibriproject – de verregaande verbetering van het openbaar vervoer in en rond de stad Groningen— moet met grote voortvarendheid worden uitgevoerd. De SP is bereid om hiervoor extra provinciale middelen in te zetten.

• De SP is voorstander van een snellere verbinding met de Randstad. Maar de miljoenen die het provinciebestuur hier in wil steken vinden wij onacceptabel. De aanleg van een snelle spoorverbinding is een verplichting van de rijksoverheid (ook in financieel opzicht).

• Tussen Haren en Groningen wordt geen nieuwe snelweg (Zuidtangent) aangelegd.

• Er moet een passagiers-treinverbinding komen van Groningen via Veendam en Stadskanaal naar Emmen, aansluitend op de bestaande routes. De spoorverbinding tussen Groningen en de Eemshaven moet ook voor personenvervoer gebruikt gaan worden.

• Goederenverkeer moet veel meer dan nu over water, zodat de overlast van nachtelijk trein- en vrachtverkeer kan worden beperkt. De zeesluizen bij Delfzijl moeten daarom toegankelijk gemaakt worden voor de grotere duwvaart

• Uitbreiding van Groningen Airport biedt geen enkel uitzicht op vermindering van de financiële tekorten van de luchthaven, en betekent wel een toename van de milieuhinder. De uitbreiding (baanverlenging) moet daarom niet doorgaan. .

• De provincie stimuleert de aanleg van gratis bewaakte fietsenstallingen bij stations en transferia.

• Op wegen met gecombineerd auto – en fietsverkeer, waar de veiligheid van de fietsers in het gedrang is, worden waar mogelijk vrijliggende fietspaden aangelegd. Bij reconstructies kunnen de fietspaden direct vrijliggend worden aangelegd.

• Verder vergroten we de fietsvriendelijkheid door het fietspadennetwerk te verbeteren zodat routes ononderbroken zijn, door fietspaden beter te onderhouden en verkeerslichten fietsvriendelijker af te stellen.

• Er komt een provinciaal wandelpadenplan.

• De N33 is een zeer onveilige weg. De eerste aanzet tot verdubbeling is gedaan – op termijn moet de gehele N33 verdubbeld worden.

5. Natuur en milieu

• Het karakteristieke Groningse landschap met zijn openheid, rust en ruimte is het verdedigen meer dan waard. Om de samenhang tussen de belangrijke natuurgebieden te waarborgen moet de ecologische hoofdstructuur zo snel mogelijk worden voltooid.

De provincie moet het agrarisch natuurbeheer bevorderen.

• De waterbeheersing vereist een andere aanpak. Hogere dijken en meer gemalen zijn geen afdoende oplossing. Er moet een meer natuurlijk waterbeheer komen, waarbij het regenwater langer wordt vastgehouden.

• Ongewenste exploitatie van de Waddenzee moet onmogelijk worden gemaakt, door het gebied de Unesco status te geven van "nationale wildernis van internationale betekenis".

• Duurzaamheid moet voorop komen te staan in het provinciale beleid. Bij alle maatregelen moet bekeken worden wat ze betekenen voor de uitstoot van broeikasgassen. Vervolgens moet die uitstoot zoveel mogelijk beperkt worden.

• Er moeten meer windparken komen. Bij plaatsing moet rekening worden gehouden met de ruimtelijke inpassing in het landschap. De windmolens moeten vooral geplaatst worden langs al bestaande infrastructuur en op industrieterreinen.

• Door de gas-en zoutwinning daalt de bodem van de provincie fors. De kosten die daar uit voortvloeien moeten volledig gedragen worden door de bedrijven en overheden die aan de exploitatie verdienen.

• Er komt geen kerncentrale en er wordt geen radioactief afval in de zoutkoepels of elders in de bodem opgeslagen. Ook voor een poederkolencentrale of een kolenvergasser , zonder CO2-afvang ,is geen plaats in de provincie.

• De provincie gebruikt de mogelijkheden die ze heeft als aandeelhouder van Essent om deze energieleverancier te laten stoppen met het gebruik van kernenergie.

• In vervolg op de recent gepresenteerde asbestinventarisatie gaat de provincie nu samen met gemeenten, bedrijven en corporaties aan de slag om te komen tot een asbestverwijderingsplan.

6. Welzijn en zorg

• Vanaf 1 januari 2007 wordt de huishoudelijke verzorging (thuiszorg) gefinancierd door de gemeenten. Voorkomen moet worden dat de mensen die hulp nodig hebben daarvan de dupe worden doordat de gemeenten te weinig geld krijgen van het Rijk. De provincie moet hierop toezien, en in noodsituaties waar nodig ook financiële ondersteuning bieden aan gemeenten.

• De provincie zet zich vol in voor verdere terugdringing van de wachtlijsten voor verzorgings- en verpleeghuizen, in de jeugdzorg en bij de dagopvang van gehandicapten.

• Er wordt een preventief beleid gevoerd om te voorkomen dat jongeren zozeer in de problemen komen, dat ze de hulp van Jeugdzorg nodig hebben. Om waar nodig snel hulp te kunnen bieden, worden de vele bureaucratische instanties vervangen door laagdrempelige centra voor jeugd en jongeren in de wijken en dorpen, die kinderen en hun ouders ondersteunen.

• Armere mensen hebben meer gezondheidsproblemen dan rijkere, en leven korter. De provincie mag dat niet accepteren, en moet met een plan van aanpak komen om samen met gemeenten de strijd aan te binden met deze ‘sociaal-economische gezondheidsverschillen’.

• De provincie moet een coördinerende rol spelen bij het gemeentelijke beleid rond armoedebestrijding en gehandicaptenvoorzieningen. Doel daarvan moet zijn het wegwerken van de grote verschillen tussen de gemeenten.

• De provincie stimuleert de ontwikkeling van steunpunten voor mantelzorgers in alle gemeenten.

• De SOS-hulpdiensten voor kinderen horen 24 uur per dag bereikbaar te zijn.

• De provincie moet zich samen met de gemeenten inzetten om dak- en thuislozen weer een volwaardige plek in de samenleving te geven.

• Steeds meer streekziekenhuizen verdwijnen door fusies of financiële problemen. Hierdoor verslechtert de bereikbaarheid van de gezondheidszorg. De provincie moet alles in het werk stellen om de streekziekenhuizen te behouden. Basisvoorzieningen zoals verloskunde, kindergeneeskunde en spoedeisende hulpverlening moeten in ieder ziekenhuis beschikbaar blijven.

• De provincie moet er alles aan doen om de gevolgen van het dreigende huisartsentekort op te vangen, en om het functioneren van de huisartsenposten te verbeteren.

• De ambulance moet ook in de dunbevolkte gebieden binnen vijftien minuten ter plaatse zijn.

• Consultatiebureaus zijn een belangrijke schakel in de preventieve zorg. Doordat ze in een aantal dorpen zijn opgeheven, is de bereikbaarheid van deze voorziening verslechterd. De provincie moet de mogelijkheden van een mobiel zorgbureau onderzoeken, met daarin ook het consultatiebureau.

• Het ontstaan van een aantal voedselbanken is het schrijnende bewijs van de steeds groter wordende kloof tussen arm en rijk. De invloed van de provincie op deze trieste ontwikkeling is niet groot. Toch moet er naar gestreefd worden om de voedselbanken zo snel mogelijk overbodig te maken.

• De provincie moet zich optimaal blijven inzetten voor menswaardige opvang van en passende hulpverlening aan (uitgeprocedeerde) asielzoekers.

7. Onderwijs en sport

• Door te kleine leerlingenaantallen en scholenfusies zijn in enkele regio’s de MBO- en VMBO-opleidingen weggevallen. De provincie moet zich inzetten voor een betere spreiding van deze opleidingen.

• De provincie stimuleert een betere aansluiting van het VMBO en MBO op de arbeidsmarkt. Bedrijfsleven en scholen gaan samen zorgen voor voldoende stageplaatsen. De provincie moet hierbij een ondersteunende rol spelen.

• Investeren in sport is een effectieve en goedkope bijdrage aan de leefbaarheid van de samenleving. Veel sportverenigingen zitten echter financieel in de knel door afnemende gemeentelijke bijdragen, stijgende lasten en zwaardere eisen. Daarom moet het ‘Provinciaal Accommodatie Fonds”(PAF) blijven bestaan. Uit dit fonds kunnen clubs renteloos lenen voor de verbouwing of vernieuwing van hun accommodatie.

• De provincie zet in op amateur- en breedtesport en zal geen middelen beschikbaar stellen voor de professionele sport.

8. Cultuur en media

• Cultuur is van groot belang, zowel voor de ontwikkeling van ieder mens als voor de samenleving in zijn geheel. Daarom moeten zoveel mogelijk mensen in aanraking kunnen komen met kunst en cultuur. De provincie draagt daaraan bij door te zorgen dat het cultuuraanbod over de hele provincie wordt verspreid, en ook de streekgebonden cultuur voldoende tot zijn recht komt.

• De provincie moet stimuleren dat er voldoende regionaal gespreide atelier-, tentoonstellings- en repetitieruimten komen.

• De provincie gaat zich inzetten voor en jaarlijks terugkerende nacht van het museum, voor de jeugd in de hele provincie.

• De zogeheten digitale tweedeling moet door de overheid worden voorkomen. Dus ook in afgelegen, dunbevolkte, gebieden moeten kabelinternet en ADSL- verbindingen beschikbaar zijn.

• RTV Noord moet voldoende middelen krijgen om volwaardige en kwalitatief hoogstaande programma’s te kunnen blijven maken.

• Door bezuinigingen staat het voortbestaan van een aantal vestigingen van de openbare bibliotheken onder druk. De provincie moet, waar nodig, geld beschikbaar stellen om de vestigingen te handhaven.

9. Bestuur en veiligheid

• De provincie moet bij het realiseren van projecten, terughoudend zijn met het aangaan van PPS-constructies (Publiek Private Samenwerking) waarin zij op voet van gelijkwaardigheid met particuliere ondernemingen samenwerkt. De invloed op de besluitvorming van democratisch gekozen volksvertegenwoordigers neemt door PPS-samenwerking immers af, terwijl de commerciële invloed van bedrijven erdoor toeneemt.

• Gezien de belangrijke positie die de energiesector in Groningen inneemt op het gebied van werkgelegenheid en innovatie brengen we alle energieposten onder bij één gedeputeerde. De huidige versnippering over drie gedeputeerden kan nooit bevorderlijk zijn voor de aandacht die deze sector verdient.

• Omdat vrouwen, gehandicapten en allochtonen ondervertegenwoordigd zijn, moet de provincie meer aandacht besteden aan de samenstelling van haar personeel.

• De provincie moet als werkgever het goede voorbeeld geven, en haar werknemers directer betrekken bij eventuele reorganisaties en/of veranderingen in de werkwijze. Voor organisatorische veranderingen moet een stevig draagvlak onder het personeel bestaan. Inspraak van de medewerkers moet ook daadwerkelijk inspraak te zijn en terug te vinden zijn in de uiteindelijke besluitvorming.

• In de statenvergaderingen wordt een vragenuurtje voor burgers ingevoerd: een directe inspraakmogelijkheid zonder drempels die ruimschoots gepromoot moet worden onder de bevolking.

• Op provinciaal niveau moet de mogelijkheid van een referendum ingevoerd worden, zonder al te hoge drempels voor de bevolking. Ook moet de mogelijkheid van een burgerinitiatief beter onder de aandacht gebracht worden.

• De provincie moet het toezicht op de besteding van provinciale subsidies ingrijpend verbeteren.

• De provincie moet haar inwoners actiever informeren over de mogelijkheid van klacht en/of bezwaar. Hierdoor worden de provinciale klachten- en bezwaarcommissies beter bereikbaar.

• De handhaving van milieuveiligheidsregels moet worden uitgebreid. In strijd met de regels gedogen wordt niet langer toegestaan.

• De provincie moet omwonenden van bedrijven, kanalen en spoorwegen actiever over de veiligheidsrisico’s informeren.

• Gemeentelijke herindelingen mogen niet van boven af opgelegd worden. Herindeling kan pas aan de orde zijn als gemeenten het erover eens zijn, én als er draagvlak voor is onder de bevolking. Binnen de procedures dient nadrukkelijk aandacht te zijn voor de mogelijke financiële consequenties van de herindeling.

• Het Samenwerkingsverband Noord Nederland (SNN) heeft zich ontwikkeld tot een hinderlijke extra bestuurslaag waarin de bureaucratie hoogtij viert en de democratische controle op afstand staat. Rijks – en Europese subsidies kunnen praktischer, goedkoper en effectiever aangevraagd worden dan via het SNN. Daarom gaan we deze organisatie opheffen.

U bent hier