h

De week na Pasen en wangedrag van feestvierders, door Lian Veenstra

11 april 2007

De week na Pasen en wangedrag van feestvierders, door Lian Veenstra

Vorige week hebben wij als Statenfractie besloten om u via persoonlijke “dagboekfragmenten’ op de hoogte te houden van ons leven in én buiten de politiek. Deze tweede week was de beurt aan mij. Ik had u graag inzicht gegeven in mijn politieke wereldje sinds de verkiezingen van 7 maart, U deelgenoot willen maken van mijn politieke agenda. Maar één gebeurtenis in mijn privé leven beheerste toch wel de afgelopen week.

In de nacht van 1e op 2e paasdag was er een feestje in het café bij mij in de straat. Soms lopen feestjes uit de hand en soms wordt het allemaal net even té gezellig, ook buiten op straat.
In de ochtend van de 2e paasdag werden mijn partner en ik met de gevolgen van dit feestje geconfronteerd. Onze beide auto’s werden door dronken (daar ga ik maar van uit) onverlaten met stenen bewerkt. De auto van mijn partner telde twee beschadigingen in de motorkap én een gebarsten voorruit. Mijn auto gaat sinds die nacht door het leven met een hakenkruis in het zijraam gekerfd én een nog grotere variant in de motorkap.

Ik ga er van uit dat de dader(s) dronken waren, want ik kan niet geloven dat mensen met hun volle verstand in staat zijn om dergelijk symbolen in het eigendom van een ander achter te laten. Maar onder invloed van alcohol kan, mag én vooral wil ik niet alles schoon praten. Personen die dit soort dingen doen zijn voor mij, met of zonder alcohol, geen knip voor de neus waard.

Zouden ze er in nuchtere staat ook bij stil staan wat ze het slachtoffer er mee aandoen? Ik heb het dan niet over de financiële schade. Zouden ze er wel bij stil staan wat ze de omstanders er mee aan doen? Ik heb de oorlog niet meegemaakt, maar weet drommels goed wat er gebeurd is. En nu word ik door onbekenden “gedwongen” om rond te rijden met de symbolen die behoren bij alle ellende van de jaren 40-45. Een periode waaraan, ook in Menterwolde, nog genoeg mensen herinneringen hebben. Op deze manier is er voor hen ook weer de confrontatie.

Met deze daad heeft Menterwolde voor mij een stukje van haar onschuld verloren. Ik dacht dat ik in een mooie, kleine, sociale én vooral beschermde gemeente woonde. Dat ik mijn kinderen hier in alle eerlijkheid en oprechtheid kon laten opgroeien. Mijn partner en ik doen ons best daarvoor, maar moeten nu wel aan onze kinderen uitleggen waarom sommige mensen dit soort wangedrag vertonen. Maar ik ben blij dat ik het steeds weer moet uitleggen, omdat dit ook betekent dat mijn kinderen én de kinderen bij mij in de straat dit gedrag niet normaal vinden.

En dan is het misschien toch weer een beetje politiek. Misschien moeten we maar eens een discussie voeren over het alcohol en (drugs) gebruik. Misschien moeten we toch nog meer aandacht aan de periode 40-45 besteden. Misschien moeten we de inwoners van Groningen meer perspectieven bieden voor de toekomst. Misschien moet er in uitgaansgebieden wel veel meer blauw op straat zijn. Misschien moeten we de ouders aanspreken op het gedrag van hun kroost. Misschien … weet ik veel wat allemaal misschien.

Maar … misschien moeten de bezoekers van horeca-gelegenheden gewoon eerder stoppen met drinken én met hun kladden van andermans eigendom afblijven…

U heeft het waarschijnlijk al door, ik ben nog steeds heel boos. Maar vooral ben ik op dit moment ook heel erg teleurgesteld in onze samenleving, waar ik als optimist zoveel vertrouwen in heb én vooral ook zal houden….

U bent hier