h

Rentmeesterschap en Glastuinbouw, door Nettie Klompsma

30 maart 2007

Rentmeesterschap en Glastuinbouw, door Nettie Klompsma

Het nieuwe Groningse college van Gedeputeerde Staten wil gevangen worden onder de noemer ‘rentmeesterschap’. Op het moment dat dit stuk geschreven wordt, presenteert het college zich met zijn programma voor 2007-2011, getiteld ‘ Groningen Sociaal en Slagvaardig’. En dat dus onder de noemer van rentmeesterschap.

Een rentmeester is oorspronkelijk een soort belastingontvanger. De ontvanger van renten, van de pachtsom. In een wat uitgebreidere betekenis is de rentmeester van een landgoed de man die in dienst van de landheer het landgoed beheert en de administratie doet. Het gaat dus om een puur zakelijke functionaris, om een administrateur.

Ook in de Bijbel wordt onder een rentmeester diegene verstaan die het beheer voert over materiële zaken, over de aarde, aardse zaken. Als een van God gegeven opdracht aan de mensen om de aarde te beheren.

De Bijbel wordt hier aangehaald, omdat het college er één is van PvdA, CDA en CU. Een Bijbelse, christelijke interpretatie van het begrip ‘rentmeesterschap’ ligt tamelijk voor de hand. En die komt vlot vertaald neer op: goed op de winkel passen. Jij, Gods creatuur, hebt de plicht Gods Schepping goed te beheren.
OGG waagt zich aan twee exegeses. De eerste is op basis van het Bijbelse rentmeesterschap. Wij mensen hebben de plicht om onze leefomgeving te bewaren, te beheren. We moeten er zuinig op zijn. We hebben het te leen. We mogen erop passen. Dat betekent onder andere: we mogen de aarde niet uitputten, de lucht niet vervuilen, het licht niet verduisteren en het duister niet onteren met licht. We behandelen alles om ons heen, de levende en de niet-levende natuur met respect en bewaren haar in opdracht van de Schepper.

De tweede exegese is wat meer wereldse versie, uitgaande van de rentmeester als beheerder van het landgoed, de onroerende en roerende vermogensbestanddelen. Die rentmeester zal winst willen maken, om zo zijn baas tevreden te houden. Deze rentmeester zal misschien zoveel mogelijk uit het aardse vermogen (fossiele brandstoffen en andere delfstoffen) en van het aardse kapitaal als bomen, vee, mensen proberen te halen. Maar als hij daarin te ver gaat, is er niets meer te beheren. Delfstoffen die op zijn, hoeven niet beheerd te worden, wouden die gekapt , landschappen die verwoest zijn, lucht die de longen van mensen en dier vergiftigen, hebben geen beheer nodig. Op is op, weg is weg en kapot is kapot. De rentmeester heeft zichzelf overbodig gemaakt.

Ook het waarachtige rentmeesterschap in niet-Bijbelse zin laat een op den duur verstandige functionaris zien. Dus, nogmaals, wat zegt ons dit motto van het nieuwe college van GS van Groningen?

Dat zegt ons dat er geen vervuilende kolencentrales komen. Dat zegt ons dat natuur en landschap eindelijk het beheer krijgen dat ze verdienen. Dat er dus geen kassencomplex van één bij drie kilometer in de Oostpolder in de gemeente Eemsmond komt.

Maar waarom dan staat in dat nieuwe collegeprogramma de volgende zin over de plannen voor glastuinbouw ten zuiden van de Eemshaven onder paragraaf 4.2:
‘Het in de Eemsdelta geplande glastuinbouwgebied vinden wij van groot belang voor de werkgelegenheid in onze provincie’?

Is dat omdat de rentmeester ook goed voor de andere mensen op het landgoed moet zorgen? Op zich nobel om dan te willen zorgen voor werk. Maar weet de rentmeester dan niet dat de jongste ontwikkelingen op het gebied van de glastuinbouw ervoor zorgen dat in de pot- en tuinplantenteelt gestreefd wordt naar een halve medewerker per hectare? Dat robotisering een kerndoel is van alle industriële glastuinbouw? En dat voor het overige uitzend- en inleenarbeid het personeelbeleid bepalen, om nog maar te zwijgen over huisvrouwen, scholieren en Polen, die wij allemaal het parttime en tijdelijke werk van harte gunnen, maar waarvan de bakken van het CWI niet lichter worden? Natuurlijk weet de rentmeester dat. Waarom dan toch doorgegaan? Waarom dan toch dat ene kleine zinnetje ‘Het in de Eemsdelta geplande glastuinbouwgebied vinden wij van groot belang voor de werkgelegenheid in onze provincie’?

Weten de mensen van de PvdA, van het CDA en van de CU dan nog steeds niet dat Noordoost-Groningen te ver, te koud en te donker is voor glastuinbouw? Dat die glastuinbouw er dus niet komt? Natuurlijk weten ze dat. Daar hebben ze ook echt wel het kaartje gezien dat alles wat belangrijk is in glastuinbouwend Nederland, te weten Greenports Nederland aandachtig gaat bekijken op de conferentie van 21 juni aanstaande. Dat kaartje waar Eemsmond niet op staat als gepland gebied. Waar Eemsmond helemaal niet op staat.

En laten we wel wezen, als de glastuinbouw een waarachtig serieuze aangelegenheid was geweest, dan was de behandeling van het ontwerpbestemmingsplan toch niet wéér opgeschort door mede-initiatiefnemer B&W van de gemeente Eemsmond op de lange-termijnagenda van het bevoegde gezag in kwestie, de gemeenteraad van Eemsmond?

Verder weet het nieuwbakken college van de provincie Groningen net als iedere Groninger, dat de ontwikkeling van de Eemshaven zo goed gaat dat het argument van de werkgelegenheid, gebracht als motivatie voor de kassenplannen, niet meer opgaat. Dus weet dit college ook, dat het maar zo kan zijn, dat het gebied waar de kassen moeten komen, achter de hand gehouden moet worden voor eventuele uitbreiding van de Eemshaven, voor meer kadelengte, tussen nu en laten we zeggen over een jaar of tien. Groningen Seaports is bezig met een onderzoek naar de havencapaciteit, een onderzoek dat deze zomer resulteert in een business plan .

Worden de uitspraken van de inmiddels voormalig landbouw-gedeputeerde Bleker dan misschien serieus genomen? Die bizarre opmerking tijdens de college-onderhandelingen als zou de moderne tuinder over een dermate grote flexibiliteit bezitten dat hij gewoon voor tijdelijk een enorm kassencomplex ( 20, 40 of wie weet 100 hectare) laat neerzetten, met gietwaterbassins, warmtebuffers, verpakkingshal en wat niet al, om dit na tien jaar net zo flexibel weer af te breken en fluitend zijns weegs te gaan, op weg naar een ander gebied. Dat is niet gewoon flexibel meer. Dat vereist de souplesse van een slangenmens. Om nog maar te zwijgen van de elasticiteit van de kredietverstrekkers, de banken. Als dit soort uitspraken binnen het college niet wordt weggehoond, dan moet het ergste worden gevreesd als het gaat om de kwaliteit van het rentmeesterschap van dit college.

Voormalig CDA-statenlid van de provincie Groningen en – nu ook voormalig- LTO-Noord -bestuurder Douwe Hollenga is de nieuwe gedeputeerde voor Landbouw, Natuur en Landschap in het bestuur van deze provincie.

We citeren Douwe Hollenga: ‘Bij ons is sprake van grondgebonden landbouw en dat is de belangrijkste bijdrage om de groene ruimte te beschermen en de sluipende verstedelijking tegen te gaan.’ (CDA-statenlid Douwe Hollenga 8 en 9 oktober 2001, tijdens de Algemene Beschouwingen)

Moderne glastuinbouw , we schreven het al eerder, heeft niets met meer met landbouw te maken. Het is niet grondgebonden, er wordt gekweekt op substraat. Het zijn bedrijventerreinen, industriegebieden, met alle kenmerken en neveneffecten ervan. Kassencomplexen zijn overdag en 's nachts tot in de wijde omtrek te zien. Het is een vorm van verstedelijking die haar weerga niet kent. Glastuinbouw zorgt voor de glazen verstedelijking van het landschap. Toch valt glastuinbouw nog altijd onder landbouw.

OGG zou Douwe Hollenga van harte welkom moeten heten. Immers, bestuurders die een halt willen toeroepen aan de verstedelijking, sluipend of niet, kunnen rekenen op de warme sympathie van OGG.
Alleen, dat ene zinnetje, dat zint ons niet: ‘Het in de Eemsdelta geplande glastuinbouwgebied vinden wij van groot belang voor de werkgelegenheid in onze provincie’

En Henk Bleker? Wat gaat CDA-er Bleker doen? Welnu, Bleker blijft gedeputeerde. Alleen heeft hij ter afwisseling een portefeuille gekregen die op het eerste gezicht deels al het succes heeft ingebakken: behalve Verkeer en Vervoer heeft hij namelijk Energie. En Energie, dat zijn twee nieuwe kolencentrales in de Eemshaven, dat is de LNG-aanlandcentrale, dat betekent vooruitgang en het heffen van glazen.: NUON, RWE, maar ook windenergie, bio-energie. Dat is Energy Valley, dat is where the economy is booming, Groningen Seaports. Dat wordt scoren ! Dat is andere koek dan een dead horse als glastuinbouw bij Oudeschip.

Deze rentmeesters bouwen als het aan hen ligt, kassen en kolencentrales. Tot zover het rentmeesterschap .

Blijft de trekker van die andere initiatiefnemer. Burgemeester Renkema van Eemsmond. We hoeven niet bang te zijn dat hij zonder zijn glascompaan Bleker aan dat paardenkarkas moet blijven trekken.. ‘De eerste kassen staan er in 2007’, zei Renkema in 2004. De heer Renkema gaat weg. Hij wordt burgemeester van Nijkerk. Dat scheelt een hoop lastige vragen.

OGG, 28-03-2007

U bent hier