h

Woordvoering Sandra Beckerman bij Raad van State

1 april 2015

Woordvoering Sandra Beckerman bij Raad van State

Lees hier de woordvoering bij de Raad van State van SP-fractievoorzitter Sandra Beckerman. De SP-fractie heeft samen met die van het CDA en GroenLinks bij de Raad gepleit voor het direct verminderen van de gaswinning tot een veilig niveau.

Belanghebbende:

U heeft de vraag gesteld of wij wel belanghebbenden zijn bij het bestreden besluit. Wij zijn dat zeker. Alle leden van de fracties wonen in Groningen. Een aantal mensen woont in de stad Groningen, anderen daar buiten. In vrijwel de gehele provincie hebben de inwoners last van de aardbevingen. Niet alleen leiden die tot forse schade, maar ook het gevoel van veiligheid wordt ernstig aangetast.

Uiteraard komen wij als gekozen volksvertegenwoordigers op voor de belangen van de Groningers, maar in juridische zin, waar u naar zult kijken, is het genoeg dat wij als inwoners sinds een aantal jaren in grote onzekerheid leven wanneer de volgende, grote, klap zal komen. En is het voldoende dat wij zelf ook schade hebben aan onze woningen.

Wij hebben het beroep niet ingesteld als politieke partijen. Ik ben ook niet bevoegd om namens de SP in een rechtszaak op te treden. Een fractie is in die zin ook niet een orgaan van een partij: een fractie is een groep natuurlijke personen die in de Staten samen optreden. Wij hebben uitdrukkelijk bedoeld om namens die natuurlijke personen beroep in te stellen. Ik heb u zojuist een machtiging overgelegd. Wij wisten niet dat die nodig was, dus wij hebben niet van iedereen een handtekening voor deze snelle zitting. Als u wilt, kunnen wij die nog wel aanleveren.

Inhoud:

Wij hebben heel veel gronden aangevoerd tegen het besluit van de minister om gaswinning toe te staan tot bijna 40 miljard kuub per jaar. Het belangrijkste punt wat ons betreft is dat de minister geen idee heeft wat hij doet. Kennis over de aardbevingen is er niet en zal er ook voorlopig niet komen. De aardbevingen hebben de minister duidelijk verrast: eerder heeft hij immers gezegd dat zulke sterke bevingen als die er inmiddels zijn geweest, er helemaal niet konden komen.

De signalen waren er echter al veel langer: al in de jaren 80 waren er mensen die aangaven dat de aardbevingen steeds heviger zouden worden. Sindsdien is er nooit goed onderzoek gedaan en dat breekt de minister nu op. 

Als het niet verzekerd is dat er geen schade en gevaar ontstaat door de winning, is winning onverantwoord. Als niet zeker is dat er geen doden en gewonden kunnen vallen, mag er geen gas gewonnen worden. Als je niet weet wat je doet, moet je het als verantwoordelijke overheid niet doen.

Juridisch kun je daar veel van maken: strijd met artikel 1 van onze Grondwet, strijd met artikel 14 EVRM, strijd met het mijnbouwbesluit, strijd met de verplichting om een MER uit te voeren, strijd met de Natuurbeschermingswet en de Habitatrichtlijn, zelfs strijd met het verdrag van Granada. Wat ons betreft gaat het echter om het gezonde verstand: je kunt de ontwrichting van de samenleving in Groningen niet toestaan.

Dat kan temeer niet wanneer er zoveel te doen is over de onafhankelijkheid van deze minister en zijn ministerie. De Onderzoeksraad voor de Veligheid heeft treffend aangetoond dat ministerie en NAM twee handen op een buik zijn. Een handjevol mensen maakt de dienst uit in "het gasgebouw" en die mensen houden elkaar de hand boven het hoofd.

Daarmee staat wel vast dat van een deugdelijk besluit, op zorgvuldige wijze tot stand gekomen en voorzien van een goede onderbouwing, geen sprake is. Er zijn gekleurde rapporten, maar geen onafhankelijke en wetenschappelijk onderbouwde, overtuigende conclusies. Ook dat maakt dat het gasbesluit niet in stand kan blijven. De NAM geeft aan dat de leveringszekerheid in gevaar komt bij verdere reductie. Zij geeft echter niet aan welke hoeveelheid precies nodig is om aan de verplichtingen te voldoen.

Feitelijk zegt de minister zelf ook dat dit besluit niet deugt. Al direct nadat het gasbesluit werd genomen, heeft de minister gezegd dat de winning verder omlaag moet. Alleen dat doet de minister vervolgens niet: van een nader besluit is geen sprake. Dat maakt dat u wel in moet grijpen en dit besluit moet schorsen, in ieder geval totdat op de veertig beroepschriften zal zijn beslist. Met al die beroepen en al die gronden, is het welhaast ondenkbaar dat dit besluit in stand blijft. Daarom moet het geschorst worden.

Dat geldt ook omdat het besluit uit gaat van een immens aantal te verstevigen huizen en andere gebouwen. Kennelijk is de gedachte dat de huizen na die versterkingen wel stevig genoeg zijn en dat dan dus de gevolgen van de aardbeving meevallen. Dat mag zo zijn, maar ook dan geldt weer dat eerst die versterkingen moeten worden uitgevoerd en daarna pas de winning verder kan en mag.

Wij hebben als appellanten en de Groningers hebben als inwoners van onze mooie Provincie, er een groot en spoedeisend belang bij dat de winning terug gaat. Wij zien juridisch niet zoveel ruimte om iets anders te doen dan het voorliggende besluit te schorsen. Wij hebben de minister ook gevraagd om de vorige besluiten in te trekken. Daar hebben wij nog niets op gehoord. Voor zover u daar vandaag iets mee kunt doen: heel graag.

Als u vraagt of wij de gehele gaswinning per direct willen stilleggen: liever niet. Wij begrijpen de afhankelijkheid van Nederland van het Groningse gas. Maar zo kan het niet meer.

Wellicht dat u het besluit kunt schorsen vanaf bijvoorbeeld 1 mei aanstaande, zodat de minister de tijd heeft om alsnog een besluit te nemen dat uitgaat van 12 miljard kuub gas per jaar. Volgens Gasterra is met een winning van 27 miljard per jaar de leveringszekerheid gegarandeerd.

Wellicht ook dat u het voorliggende besluit kunt schorsen voor zover dat meer toestaat dan 27 miljard kuub per jaar. Wat ons betreft kan dat een opmaat zijn daar verdere reductie tot een winning van 12 miljard kuub per jaar.

U bent de rechter, wij zijn burgers van Groningen. Niets doen is echter geen optie. In het huidige besluit staan nog steeds de financiën voorop terwijl de veiligheid voorop zou moeten staan.

Een uitspraak die de Groningers aan hun lot over laat, is geen optie. Het besluit, waarvan de minister eigenlijk zelf ook zegt dat het niet deugt, hangende het beroep in stand laten, is geen optie. Wij vragen u daarom om de gevraagde voorzieningen te treffen, danwel dat te doen dat recht doet aan deze situatie.

U bent hier